Aanpassing TLV-procedure
Het samenwerkingsverband SWV Helmond-Peelland PO heeft vorig jaar zijn werkwijze voor de -procedure rond de toelaatbaarheidsverklaring (TLV) geheel herzien en afgestemd op de nieuwste eisen. De aanleiding voor de veranderingen in de TLV procedure is onder andere dat het SWV zag dat het aantal verwijzingen hoger lag dan het landelijk gemiddelde en dat er daardoor weinig extra middelen overbleven voor regulier onderwijs. Specialisten van het SWV liepen onvoldoende preventief mee en daardoor werden weinig alternatieven ingezet (in plaats van verwijzing). De aangesloten schoolbesturen willen toewerken naar inclusiever onderwijs, zo thuisnabij en passend mogelijk. Het SWV kan hier als overkoepelende organisatie een belangrijke regierol in spelen. Daarnaast wil het SWV ouders een nadrukkelijke positie geven in de procedure. In gesprek met Anne Dekkers vertelt Emelie Bartelds, Manager passend onderwijs bij SWV Helmond-Peelland PO, hierover.
Oude werkwijze
Voorheen was er binnen het SWV Helmond-Peelland PO het zogenoemde triadeproces. In de kern kwam het erop neer dat het samenwerkingsverband ervan uitging dat de direct betrokkenen bij een leerling (ouders en basisschool) uitstekend in staat zouden zijn om te bepalen welk ondersteuningsarrangement het best passend was. Wanneer dat arrangement plaatsing op een sbo- of so-school inhield, werd de beoogde gespecialiseerde school bij het overleg betrokken, waardoor een “triade”. ontstond Wanneer de triade tot de conclusie kwam dat (tijdelijke) plaatsing op een sbo- of so-school het meest voor de hand lag, werd een TLV aangevraagd bij het SWV.
Aanscherping
Als gevolg van uitspraken in diverse bezwaarprocedures TLV door de Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring (LBT) zijn de regels voor TLV-procedure en de daaraan ten grondslag liggende deskundigenverklaringen flink aangescherpt.
De huidige vereisten voor een deskundigenverklaring:
- Voor een TLV-aanvraag zijn twee deskundigenverklaringen nodig. De eerste is een orthopedagoog of een psycholoog (generalist). De tweede deskundige is een psycholoog, pedagoog, maatschappelijk werker, arts of kinderpsychiater. De keuze voor de tweede deskundige (specialist) hangt af van de hulpvraag van de leerling. Wanneer zowel de eerste als de tweede deskundige een orthopedagoog is, waarbij de tweede deskundige specifieke deskundigheid heeft op het gebied van de ondersteuningsbehoefte van de leerling waarvoor een TLV wordt aangevraagd, is dit een juiste invulling. Het standaard werken met twee (vaste) orthopedagogen/ psychologen is dus niet de bedoeling.
- De deskundigen hebben informatie over de leerling nodig om een goed advies te geven. Scholen (ouders) moeten die aan het SWV verstrekken.
- De deskundigen die hun benoeming hebben aanvaard, zijn verplicht hun opdracht onpartijdig en naar beste weten te vervullen.
- De deskundigen houden zich aan de privacyregels.
- De deskundigen ondertekenen de verklaringen vanuit hun deskundigheid (dus niet vanuit de functie).
- Een (ortho)pedagoog handelt vanuit de beroepscode. Deze beroepscode omschrijft de morele en ethische regels voor de beroepsuitoefening, zoals deskundigheid en bekwaamheid, zorgvuldigheid, geheimhouding en professionele en maatschappelijke verantwoordelijkheid.
- Het betreft een gedegen, op de eigen deskundigheid gebaseerd advies.
- Het zijn separate adviezen (zelfstandig en onafhankelijk van elkaar opgesteld).
- De adviezen zijn objectief en onpartijdig (verifieerbaar).
- Adviezen bevatten zelfstandig dragende argumenten (en geen samenvatting van het dossier).
- De belangrijkste overwegingen uit de deskundigenverklaringen moeten in het TLV-besluit worden opgenomen.
Gevolgen
Eerder betrokken consultatieve orthopedagogen/psychologen mogen niet meer de rol van onafhankelijk eerste deskundige vervullen. Ontvangende s(b)o-scholen mogen geen rol meer hebben in de bepaling van toelaatbaarheid. Zij beoordelen wel ná aanmelding de plaatsbaarheid.
De conclusie van het SWV Helmond-Peelland PO was dat de oude TLV-procedure in triadevorm (dus het betrekken van een orthopedagoog/psycholoog uit het voortraject als deskundige en het betrekken van de ontvangende s(b)o-school) niet meer voldeed aan de recente wet- en regelgeving. Het samenwerkingsverband heeft de TLV-procedure afgelopen jaar op tal van onderdelen aangepast.
Nieuwe TLV-procedure
Op basis van de nieuwe vereisten heeft het samenwerkingsverband de volgende uitgangspunten geformuleerd:
- Alle aanvragen binnen het samenwerkingsverband moeten in hetzelfde format gedaan worden en moeten in een gelijkvormige procedure op vergelijkbare criteria getoetst worden. Inmiddels zijn er landelijk nieuwe eisen geformuleerd waaraan een aanvraag moet voldoen. Zo moeten ouders bijvoorbeeld geïnformeerd zijn en moet het hoorrecht van de leerling zijn toegepast. Ook moet worden getoetst dat extra ondersteuning (OPP) al heeft plaatsgevonden maar onvoldoende resultaat heeft gehad.
- Het besluiten tot “toelaatbaarheid s(b)o” is een wettelijke taak van het samenwerkingsverband. Dit besluit moet nadrukkelijker in de procedure gepositioneerd worden; slechts een procedurele toetsing is niet meer voldoende. Er moet inhoudelijke, onafhankelijke toetsing op een aanvraag van een school(bestuur) plaatsvinden. Het samenwerkingsverband informeert vervolgens de aanvragende school over het genomen besluit. De school informeert de ouders over het besluit.
- Voordat het samenwerkingsverband een beslissing neemt over de toelaatbaarheidsverklaring, moeten twee deskundigen advies geven. Uitspraken van de LBT hebben de nodige specificaties toegevoegd aan de wijze waarop twee deskundigen dit “onafhankelijke advies” moeten uitbrengen over een TLV-aanvraag. Bijvoorbeeld: een deskundige in dienst van (of met een opdracht vanuit) het eigen schoolbestuur geldt niet meer als onafhankelijk genoeg. Overigens wordt ook gesteld dat het vroegtijdig betrekken van (deskundigheid van) een ontvangende s(b)o school – hoe logisch ook – vanwege eigenbelang niet meer onafhankelijk is en dus niet meer aan de orde mag zijn.
- De twee deskundigenadviezen moeten onafhankelijk van elkaar (separaat) opgesteld worden. Dus kan overleg in de triade niet meer aan de orde zijn.
Uitwerking
Deze uitgangspunten heeft het SWV Helmond-Peelland PO vertaald in een Procedure Ondersteuningsaanvraag. Het grootste verschil is dat waar voorheen een procedurele toetsing plaatsvond, nu een inhoudelijke toetsing plaatsvindt. In de TLV-procedure adviseert een gedragskundige van het samenwerkingsverband over de TLV-aanvraag.
De school verzorgt de TLV-aanvraag, laat deze ondertekenen door de school(bestuur) en de ouders en dient deze in bij het samenwerkingsverband. Indien de TLV-aanvraag compleet is, geeft het SWV-stafbureau een eerste en tweede deskundige de opdracht om het deskundigenadvies op te maken. De twee gedragsdeskundigen beoordelen de TLV-aanvraag onafhankelijk. Deze deskundigen zijn niet eerder bij het proces van de leerling betrokken geweest. De eerste deskundige bepaalt altijd de looptijd van de TLV. De deskundigen kunnen adviezen meegeven die de aanvragende school opneemt in het OPP. Als de deskundigenadviezen overeenkomen, geeft de directeur-bestuurder een positieve TLV-beschikking af. Indien de twee adviezen niet eensluidend zijn, wordt onderling overleg gevoerd om tot een TLV-besluit te komen (de deskundigenadviezen mogen na overleg echter niet meer worden aangepast). Het stafbureau van het samenwerkingsverband stuurt de TLV-beschikking naar de school. Een besluit over de TLV-beschikking moet binnen acht weken na het indienen van de complete aanvraag afgegeven worden. Na toekenning van de TLV-aanvraag melden ouders hun kind aan op de dichtstbijzijnde s(b)o-school van hun keuze. De school waar het kind aangemeld wordt, besluit op basis van het dossier en de beeldvorming of zij een passend aanbod heeft en overgaat tot inschrijving en plaatsing. Deze gespecialiseerde school van aanmelding heeft een zorgplicht, en moet dus zorgen voor een passende onderwijsplek voor de leerling of op de eigen school of in overleg met de ouders op een andere, beter passende school.
Versterking regulier
Het SWV Helmond-Peelland PO streeft ernaar om ieder kind een kans te geven in het onderwijs zo thuisnabij mogelijk en daarom is het bezig met het versterken van het regulier onderwijs. Om ook een kwaliteitsslag te maken in de basis- en extra ondersteuning op de reguliere scholen is de basisondersteuning concreet gedefinieerd. Iedere reguliere school moet uiterlijk 2026 voldoen aan dit niveau van basisondersteuning. Daarnaast heeft het samenwerkingsverband richtlijnen opgesteld voor een goed OPP en een format ontwikkeld dat scholen kunnen gebruiken. Het format is niet verplicht, maar wel moet het OPP minimaal aan bepaalde richtlijnen voldoen. Om scherper te krijgen wat sbo en so kunnen bieden, wat de verschillen en overeenkomsten zijn en wat het gespecialiseerd onderwijs nu anders doet dan het regulier onderwijs, is het samenwerkingsverband ook de basis- en extra ondersteuning van het sbo en so in kaart aan het brengen. Dit levert mooie en interessante inzichten op.
Doel nieuwe procedure
Met de invoering van de nieuwe TLV-procedure heeft het SWV Helmond-Peelland PO een aantal doelen voor ogen gehad:
- meer zicht krijgen op de onderwijskwaliteit;
- scholen planmatiger (met OPP’s) laten werken;
- meer betrokkenheid van ouders (en kinderen) creëren;
- de mogelijkheid hebben om vroegtijdig mee te zoeken naar andere oplossingen binnen het samenwerkingsverband, bijvoorbeeld plaatsing op een andere basisschool;
- de TLV-procedure onafhankelijk, deskundig en volgens een wettelijk juiste procedure te laten verlopen.